Pedagogisch Tact
‘Op het goede moment de juiste dingen doen, óók in de ogen van het kind’. We gaan uit van de drie basisbehoeften van een kind: relatie (ik hoor erbij), competentie (ik kan het), autonomie (ik kan het zelf). Dit vraagt van de leerkracht pedagogisch tact: met hoofd, handen en hart weten en aanvoelen wat een kind nodig heeft en hiernaar handelen. Ook raken we kinderen bewust aan. Een goede aanraking werkt relatie-bevorderend, is écht en afgestemd met aandacht. Een goede aanraking is gepast en gewenst: het bevestigt het kind in zijn zíjn: ‘ik word gezien, ik mag er zíjn’. Wanneer er écht pedagogisch contact is, is er verbinding.
